ROTTERDAM - Tegen een 37-jarige Rotterdammer is vandaag 24 maanden celstraf geëist voor het in zijn woonplaats in brand steken van een woning aan de Pascalweg. 8 maanden van deze straf zou volgens de officier van justitie voorwaardelijk opgelegd moeten worden. Er vielen bij de brand geen gewonden, maar de schade was dusdanig groot dat het huis onbewoonbaar werd. Naast een celstraf moet de man zich laten behandelen aan zijn psychische problemen en verslaving.
Op 6 juli rukken brandweer en politie uit voor een forse brand in Rotterdam Lombardijen. De woning staat volledig in brand en uit onderzoek blijkt het om brandstichting te gaan. Op drie plekken in het huis is brand gesticht en camera’s leggen de verdachte vast als hij aankomt bij de woning en korte tijd later weer vertrekt. Beelden van de brandstichter worden via de politie openbaar gemaakt waarna er tips binnenkomen die naar de Rotterdammer wijzen.
Als de verdachte wordt aangehouden ontkent hij in eerste instantie, maar komt daar later op terug. Hij zegt dan dat hij de bewoners, een Rotterdamse wethouder en zijn gezin, niet kent en dat hij de brand in opdracht van anderen heeft gesticht. Die tussenpersonen zouden dat weer in opdracht van de bewoner zelf hebben gedaan om zo de verzekering op te lichten. Om deze lezing verder uit te lopen is de Rijksrecherche op dit moment bezig met een separaat onderzoek naar deze beschuldigingen.
Kwetsbare verdachte
De Rotterdammer is vanwege zijn kwetsbaarheid een makkelijke prooi geweest voor de personen die hem opdracht gaven om brand te stichten. Hij lijdt aan schizofrenie, heeft forse schulden en moet van een klein bedrag per maand rondkomen, zo werd tijdens de zitting duidelijk. Een aanbod om wat extra geld te krijgen voor een heftige brandstichting greep hij met beide handen aan. En dat neemt de officier van justitie hem kwalijk. “Brandstichting is een ernstig feit waar veel risico’s aan kleven. Een brand is moeilijk in de hand te houden, is onvoorspelbaar en kan makkelijk uitslaan en overslaan naar andere goederen, andere panden met enorme schade tot gevolg. Gelukkig is het hier bij ‘alleen’ schade gebleven en is er niemand echt in gevaar geweest. Maar de schade is aanzienlijk. Een gezin met drie kinderen is bijna al zijn spullen kwijt en moet sindsdien noodgedwongen elders verblijven. We zijn bijna een jaar verder en de renovatie, het herstel, is nog steeds niet klaar.”