ROTTERDAM - Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag uitspraak gedaan in vier zaken die deel uitmaken van een grootschalig drugsonderzoek. In januari 2016 werd een hoeveelheid van 1075 kilogram cocaïne aangetroffen in een in noodweer op het strand van Cadzand aangespoelde vissersboot. De bemanning van deze vissersboot was daarvoor nog op tijd gered door de KNRM. De partij drugs bleek op de Noordzee te zijn overgezet vanaf een Nederlandse zeesleepboot die vanuit Paramaribo onderweg was naar Rotterdam.

Het gerechtshof heeft in de zaak die zich richt tegen de huurder van deze zeesleepboot kritische kanttekeningen gemaakt bij het opsporingsonderzoek. Er is bij het afnemen van verhoren op verschillende gronden niet voldaan aan de plicht van de politie om van alle handelingen en verhoren (complete) processen verbaal op te maken. Dat heeft onder meer tot gevolg gehad dat de rechtbank in eerste aanleg op het verkeerde been is gezet. In hoger beroep is dit hersteld door onder meer het (op initiatief van de verdediging) kunnen uitluisteren van geluidsopnames van de verhoren. Het hof verwerpt het beroep op niet ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM), maar komt wel tot bewijsuitsluiting.

Het hof veroordeelt de verdachte op basis van de overige bewijsmiddelen als medepleger van het vervoeren van deze partij verdovende middelen en van verschillende voorbereidingshandelingen daartoe, tot een gevangenisstraf van 6 jaar. Bij deze straf heeft het hof onder meer rekening gehouden met een overschrijding van de redelijke termijn. Het OM had tegen deze verdachte een gevangenisstraf van 8 jaar geëist. De rechtbank legde eerder 6,5 jaar gevangenisstraf op.