ROTTERDAM - De rechtbank Rotterdam veroordeelt een 24-jarige man tot 12 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. De Rotterdammer stak bij metrostation Marconiplein een 28-jarige man dood. De verdachte maakte zich daarmee schuldig aan moord.


De zaak


Het slachtoffer moet in de nacht 12 mei 2024 de woning van een vriend in Rotterdam-Delfshaven verlaten. Hij is luidruchtig en gedraagt zich vervelend. Volgens de vriend zou hij rond half zes vanaf station Marconiplein met de eerste metro naar huis gaan.

Als het slachtoffer in zijn beschonken toestand bij de tramhalte een vrouw aanspreekt, maakt even later de verdachte contact. Het slachtoffer maakt daarbij drukke armbewegingen en verdachte en slachtoffer gaan met hun hoofden tegen elkaar staan, blijkt uit camerabeelden. De verdachte gaat even later weg.

Bijna drie kwartier later, tegen half zes in de ochtend, treffen verdachte en slachtoffer elkaar weer. Na een discussie staan verdachte en slachtoffer neus aan neus en maakt de verdachte drukke armbewegingen richting het slachtoffer. De verdachte loopt weg en keert weer terug. Er ontstaat een worsteling tussen beiden, waarbij het slachtoffer meerdere keren wordt gestoken en gesneden door van verdachte.

De verdachte maakt een video. Hij zegt in de opname dat hij heeft gestoken en dat het slachtoffer ‘nooit meer die dingen moet doen’. Op de video is een groot bebloed mes in een rechterhand te zien. Tevens is te zien dat het slachtoffer bewegingsloos op de grond ligt en dat er tweemaal hard tegen het lichaam van slachtoffer wordt getrapt.

Moord


Anders dan de advocaat van de verdachte heeft betoogd acht de rechtbank voorbedachte raad bewezen en komt uit op de kwalificatie moord in plaats van doodslag. De verdachte heeft in deze situatie planmatig gehandeld en hij heeft zich in ieder geval op aanwijsbare momenten kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit om op enig moment terug te gaan naar het Marconiplein en daar het slachtoffer neer te steken.

Het gaat, anders dan door de verdediging is betoogd, niet om handelingen die zijn uitgevoerd in een hele korte tijdspanne van enkele seconden. De verdachte heeft gedurende een periode van drie kwartier verschillende keren de gelegenheid gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad.

Toerekeningsvatbaar

Bij de verdachte is door een psycholoog en een psychiater van het Pieter Baan Centrum (PBC) met zekerheid een antisociale persoonlijkheidsstoornis vastgesteld. Deze stoornis was aanwezig ten tijde van het feit. De verdachte weigerde echter mee te werken aan onderzoek naar zijn persoon in het PBC. Daardoor is door deskundigen niet vast te stellen in hoeverre deze stoornis het handelen van de verdachte heeft beïnvloed in de aanloop naar en tijdens het fatale moment.

De rechtbank beschouwt de verdachte daarom -anders dan de officier van justitie - toerekeningsvatbaar.

Celstraf en tbs

Het leed en het gemis voor de naaste familie en alle andere nabestaanden van het slachtoffer is enorm groot, zoals ook indringend is gebleken uit de op de terechtzitting afgelegde verklaring door de zus en de vader van het slachtoffer. Voor de nabestaanden is het extra pijnlijk dat de verdachte niet eerder dan op de terechtzitting van 15 oktober 2025 enige vorm van verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daad. Dit alles neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 12 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging (ongemaximeerd).

Het voornaamste doel van de tbs-maatregel is om de maatschappij te beschermen tegen recidivegevaar. Er is veel te doen over het antwoord op de vraag of het primaire doel van de tbs-maatregel door een zogenoemd combinatievonnis – een vonnis waarbij een (zeer) lange gevangenisstraf in combinatie met een tbs-maatregel – na uitzitten van een (zeer) lange gevangenisstraf nog wel kan worden behaald.

Dat antwoord kan de rechtbank niet geven in algemene zin; de rechtbank kan zich slechts uitlaten over onderhavige zaak. Een langere gevangenisstraf dan hiervoor genoemd in combinatie met de oplegging van een tbs-maatregel komt de rechtbank, gelet op de in deze zaak voorkomende feiten en omstandigheden, niet raadzaam voor.

Ook besluit de rechtbank tot de maatregel 38z van het Wetboek van Strafrecht. Hierdoor blijft het mogelijk om ook na de celstraf en de tbs-maatregel toezicht te houden op verdachte.