ROTTERDAM - De rechtbank Rotterdam heeft een 22-jarige man veroordeeld tot celstraf en tbs met dwangverpleging. Hij stak in mei 2024 in Hellevoetsluis zonder duidelijke aanleiding een vrouw dood. Zij liet op dat moment haar hond uit. De rechtbank veroordeelt de verdachte voor moord.
In de middag van 30 mei 2024 vinden politiemedewerkers het levenloze lichaam van een vrouw in een greppel in het bos De Ravense Hout in Hellevoetsluis. Bij de vrouw wordt een loslopende hond aangetroffen. Forensisch onderzoek wijst uit dat de vrouw is overleden aan de gevolgen van vijf steekletsels.
Getuigen verklaren dat ze een persoon – de verdachte – met snelle pas hebben zien lopen door het struikgewas. Hij viel op door wat hij droeg: een zwarte capuchon over zijn hoofd, mondbedekking en chirurgische wegwerphandschoenen.
Ruim twee uur later – intussen heeft de verdachte een brief geschreven aan zijn vader, broer en stiefmoeder en een spraakbericht gestuurd aan zijn vriendin – meldt de 22-jarige man zich bij de agent die de plaats delict bij het bos beheert. Hij zegt zich te willen aangeven.
De verdachte verklaart dat er die dag bepaalde gedachten in hem opkwamen: gedachten om iemand pijn te doen. Hij heeft toen zijn zwarte hoodie aangedaan en een bivakmuts opgezet om er ‘eng’ uit te zien. Hij rijdt met de auto naar het bos, gaat te voet verder, nadert het slachtoffer van achteren en steekt haar meerdere malen met het mes dat hij bij zich heeft.
Voorbedachte raad
De rechtbank oordeelt dat de verdachte planmatig heeft gehandeld. Anders dan de verdediging had betoogd, gaat het niet om handelingen die zijn uitgevoerd in een zeer korte tijdspanne. De verdachte heeft een aantal keer de gelegenheid gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad om iemand pijn te doen. Dat de verdachte het niet specifiek op het onderhavige slachtoffer had gemunt, doet hieraan niets af. Dit maakt dat sprake is van voorbedachte raad.
Stoornissen
De verdachte is onderzocht door een psychiater, een psycholoog en een milieuonderzoeker. Uit hun onderzoek blijkt dat hij lijdt aan psychische stoornissen en dat hij zelfdestructieve fantasieën had. Lange tijd heeft hij agressieve onlustgevoelens afgereageerd op zichzelf en incidenteel op zijn spullen, in de vorm van zelfbeschadigende en suïcidale acties.
Als de verdachte zijn emoties niet langer kan reguleren, komt het in De Ravense Hout tot een agressieve impulsdoorbraak. Drie tot vier keer eerder was de verdachte gewapend op pad gegaan zonder een delict te plegen. Dat werd door de verdachte gezien als experimenten om te zien of hij zijn agressie de baas was. In navolging van de deskundigen acht de rechtbank de verdachte in verminderde mate toerekeningsvatbaar.
Celstraf en tbs
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot tien jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. Daarnaast legt de rechtbank de maatregel van artikel 38z uit het Wetboek van Strafrecht op. Hierdoor blijft toezicht mogelijk als de verdachte zijn straf heeft uitgezeten en de behandeling in het kader van de tbs-maatregel verantwoorde terugkeer in de samenleving mogelijk heeft gemaakt.
Bij het bepalen van de celstraf houdt de rechtbank rekening met de leeftijd van de verdachte en dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij het delict pleegde. Dat de celstraf lager uitvalt dan de eis van de officier van justitie, wordt hoofdzakelijk ingegeven doordat rekening wordt gehouden met de tbs-maatregel. Door de verdachte de maatregel pas in een zeer laat stadium te laten ondergaan, wordt het te behalen doel daarmee bemoeilijkt. Dat doel is de bescherming van de maatschappij.
Door het slachtoffer van het leven te beroven, heeft de verdachte onherstelbaar leed veroorzaakt bij haar naasten. De impact van de willekeurige en gewelddadige dood is groot, getuige de tijdens de zitting afgelegde slachtofferverklaringen. Dat de moord is gepleegd op klaarlichte dag in een drukbezocht bos, draagt bij aan gevoelens van angst en onveiligheid, in het bijzonder ook bij vrouwen.