ROTTERDAM - De rechtbank Rotterdam veroordeelt een 26-jarige man tot 8 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. De verdachte schoot in de nacht van 12 op 13 oktober 2023 een Rotterdammer van dichtbij in het hoofd. Daarna stichtte hij brand in de woning van het slachtoffer.

Als de politie rond drie uur ’s nachts arriveert bij een woning in Rotterdam-Zuid heeft de brandweer net een brand geblust. In die woning is door de brandweerlieden een levenloze man gevonden. Hij wordt de woning uitgedragen en gereanimeerd. Dat is tevergeefs, het slachtoffer blijkt te zijn overleden. In zijn hoofd is een mogelijke schotwond te zien en aan de achterzijde van zijn hals een diepe wond. Ook heeft de man steek- en snijletsels.

Na zijn aanhouding wordt de verdachte meerdere keren gehoord. Hij beroept zich – net als later tijdens de zittingen - op zijn zwijgrecht. Op basis van onder meer DNA-onderzoek, beelden van diverse camera’s en getuigenverklaringen kan het niet anders zijn dan dat het de verdachte is geweest die in de woning van het slachtoffer het schot door het hoofd van het slachtoffer heeft gelost. Daarmee is doodslag wettig en overtuigend bewezen.


Persoonlijkheidsstoornis

Uit onderzoek van het Pieter Baan Centrum (PBC) komt het beeld naar voren van een dominante man, die sterk zelfbepalend is en zich in contacten met anderen voortdurend boven de ander stelt. Hij is wisselend in zijn stemming, waarbij hij enerzijds charmerend en vriendelijk kan zijn, maar op andere momenten juist intimiderend of bedreigend kan reageren. Het geweten is ernstig gestoord.

De onderzoekers constateren dat bij de verdachte sprake is van zowel een antisociale, een narcistische als een borderline persoonlijkheidsstoornis en is er sprake van een (hoge) mate van psychopathie. Verder is er sprake van problematisch middelengebruik.


Verminderd toerekeningsvatbaar

De rechtbank Rotterdam veroordeelt de verdachte tot 8 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag, verboden wapenbezit, brandstichting en vernieling. De vernieling vindt een week na de doodslag plaats op het adres waar verdachte dan verblijft. Het slachtoffer van de vernieling biedt de verdachte tijdelijk onderdak.


De rechtbank vonnist lager dan de eis van de eis van de officier van justitie. De rechtbank weegt mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Onderzoek naar rechterlijke uitspraken leert dat doodslag doorgaans wordt bestraft met gevangenisstraffen binnen een bandbreedte van 8 tot 12 jaar. Ook zijn niet alle hem ten laste gelegde feiten bewezen verklaard. De tbs-maatregel kan in de toekomst worden verlengd als een veilige terugkeer in de samenleving op dat moment niet mogelijk is.