ROTTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een gevangenisstraf van veertien jaar geëist tegen een 39-jarige man uit Nieuwerkerk aan de IJssel. Hij wordt verdacht van het in een flatwoning in Rotterdam in brand steken van een vrouw. Dat gebeurde op 14 augustus 2016.


Poging tot doodslag

De man wordt een poging tot doodslag en het opzettelijk brand stichten met gevaar voor flatbewoners en hun woningen tenlastegelegd. Ook eist de aanklager in hoger beroep, de advocaat-generaal (AG), een straat- en contactverbod. Daarnaast vindt de AG dat de verdachte een schadevergoeding van 228.000 euro moet betalen aan het slachtoffer.

De rechtbank in Rotterdam veroordeelde de man op 21 december 2017 tot een gevangenisstraf van veertien jaar, een straat- en contactverbod en een schadevergoeding van bijna 190.000 euro. De verdachte is in hoger beroep gegaan. Hij ontkent de vrouw in brand te hebben gestoken, maar herinnert zich niets meer van die dag.

Benzine
De AG acht wel bewezen dat hij dat gedaan heeft. Zij vindt met de rechtbank dat de verdachte de vrouw met benzine heeft overgoten, waarna hij met een vuuraansteker de benzine en dus de vrouw aanstak. Door deze actie raakt de vrouw zwaar gewond en overlijden haar beide honden. Ook is de flatwoning van de vrouw uitgebrand. Dit heeft in de ogen van de AG voor een zeer gevaarlijke situatie voor omwonenden gezorgd.

De vrouw overleeft het ternauwernood. Zij heeft enkele weken op de Intensive Care gelegen; daar is zij kunstmatig in slaap gehouden. Daarna is de vrouw overgebracht naar een brandenwondencentrum, waar zij nog vele operaties heeft ondergaan.

Verbrande haartjes
In het hoger beroep zijn, mede op wens van de verdediging, vijf getuigen gehoord. Ook zijn alle verklaringen nog eens tegen het licht gehouden. De advocaat van verdachte zegt dat de vrouw mogelijk zichzelf in brand heeft gestoken. De AG acht dit niet aannemelijk. Volgens haar zijn er geen concrete, objectieve aanwijzingen die deze bewering namens verdachte ondersteunen.

Het OM acht wettig en overtuigend bewezen dat de man de dader is. Dat blijkt volgens de AG onder meer uit de uitlatingen van het slachtoffer tegen meerdere getuigen en het forensisch onderzoek dat heeft plaatsgevonden. De verdachte is bovendien kort na zijn daad, met verbrande haartjes op zijn handen, aangetroffen op de Rijksweg A16.

Gevaar voor anderen
“Met de rechtbank concludeer ik dat bewezen kan worden dat verdachte het slachtoffer in brand heeft gestoken”, aldus de AG in haar requisitoir, “en daarmee ook brand heeft gesticht in haar woning, met gevaar voor belendende woningen en de zich daarin bevindende mensen."

Het Gerechtshof in Den Haag doet over twee weken uitspraak.