ROTTERDAM - De rechtbank veroordeelt een 36-jarige man uit Rotterdam voor het samen met anderen plegen van een afpersingspoging en het samen plegen van een brandstichting. Hij krijgt een gevangenisstraf van 4,5 jaar. Een 26-jarige mededader uit Rotterdam is schuldig aan bedreiging en het samen plegen van brandstichting. De rechtbank legt hem een celstraf op van 3 jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk.


In augustus 2022 en september 2022 werden bij de woningen van 2 slachtoffers, waarvan er 1 in Gelderland woont, een kogelbrief en enkele losse kogels achtergelaten. In die brieven stond de (in)dringende oproep om contact op te nemen met een bepaald Wickr-account. Wickr is een platform voor versleutelde communicatie. 1 van de slachtoffers nam - in samenspraak met de politie - contact op met dit account. In het daaropvolgende chatgesprek tussen de 36-jarige man en het slachtoffer werden diverse en zeer ernstige bedreigingen geuit in de richting van beide slachtoffers, maar ook richting hun partners en kinderen.

Als de slachtoffers niet zouden overgaan tot het betalen van het geëiste geldbedrag, dan zou het leven van de slachtoffers en hun geliefden 'een levende nachtmerrie' worden. Zo werd er onder andere gedreigd met marteling en verkrachting. In deze bedreigingen noemden ze de namen van de partners en kinderen van de slachtoffers. Dat alles – zo blijkt uit de chatgesprekken tussen de 36-jarige man en een onbekend gebleven persoon – om de kans op betaling te vergroten. De dreigementen werden bovendien ondersteund met foto- en videomateriaal van vuurwapens. De intensiteit van de door 36-jarige man gestuurde berichten was hoog en de toon dreigend en zeer indringend. De bedreigingen stopten alleen als gevolg van de aanhouding van de 36-jarige man door de politie.

Afpersingspoging bewezen

De rechtbank vindt bewezen dat de 36-jarige man probeerde de slachtoffers af te persen door de kogelbrieven te laten bezorgen en vervolgens de berichten te sturen naar 1 van de slachtoffers. De 26-jarige man wordt verantwoordelijk gehouden voor het bezorgen van de kogelbrieven en enkele losse kogelpatronen en dit levert een bedreiging op. De rechtbank kan niet vaststellen dat hij op de hoogte was van de inhoud van de kogelbrieven.

Grote impact op slachtoffers

De rechtbank verwijt de mannen dat zij alleen hun eigen (geldelijk) belang najoegen. Zij hielden op geen enkele manier rekening met het leed dat zij de slachtoffers aandeden. Uit de tijdens de zitting voorgedragen slachtofferverklaring bleek de grote impact die de poging tot afpersing op het leven van de slachtoffers en hun gezinnen had.

Grote schade door brandstichting auto

Daarnaast zijn de mannen volgens de rechtbank verantwoordelijk voor het in brand steken van de auto van een derde slachtoffer in september 2022. Uit de foto's in het dossier blijkt dat het om een behoorlijke brand ging. Het slachtoffer begrootte de totale schade op ongeveer 75 duizend euro. Niet alleen brandde de auto van het slachtoffer daarbij volledig uit, het vuur veroorzaakte ook aanzienlijke schade aan de woning van het slachtoffer. Zo sprongen enkele ramen van de woning, onder andere van de slaapkamer die zich recht boven de brandende auto bevond en waarop dat moment 1 van de kinderen van het slachtoffer lag te slapen. Het slachtoffer kon zijn woning gelukkig op tijd met zijn partner en kinderen verlaten, maar dit had ook heel anders kunnen aflopen.

Celstraffen

De rechtbank legt de 36-jarige man een celstraf op van 4,5 jaar. Daarnaast herroept ze de voorwaardelijke invrijheidstelling van 1520 dagen in zijn geheel, omdat hij in de proeftijd opnieuw delicten pleegde.

De 26-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 3 jaar waarvan een half jaar voorwaardelijk. Aan de 3 jaar durende proeftijd zijn bijzondere voorwaarden verbonden. Zo geldt een meldplicht en moet de man zich laten behandelen. Verder moet hij zich inspannen om een dagbesteding te vinden en te behouden. Ook moet de man openheid geven over zijn financiën en zijn sociale netwerk. Daarnaast moet hij nog het voorwaardelijke deel van een andere straf uitzitten, omdat hij in de proeftijd opnieuw strafrechtelijk de fout in ging. Het gaat hier om een celstraf van 5 maanden.