UTRECHT - “Dat een Tinder-match uiteindelijk zou eindigen in een nachtmerrie had het slachtoffer niet kunnen voorzien”, begint de officier van justitie vandaag in de rechtbank. De nachtmerrie duurt uiteindelijk van 27 tot 28 juli 2024. Gedurende deze tijd wordt het slachtoffer in een woning in Utrecht vastgehouden, gemarteld, vernederd en bestolen. Tegen een 19-jarige man uit Rotterdam eist het Openbaar Ministerie (OM) een gevangenisstraf van 6 jaar. De medeverdachte, een 19-jarige vrouw uit Roosendaal, krijgt wat het OM betreft 16 maanden jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel.


Het verhaal begint op 25 juli 2024. Met een ‘swipe’ naar rechts maakt het slachtoffer op datingapp Tinder kennis met ‘Elisa’: de vrouwelijke verdachte. Ze chatten over en weer en besluiten uiteindelijk om op 26 juli af te spreken. Uit de chat volgt dat er duidelijke afspraken worden gemaakt over wat wel en niet gewenst is op de date. Als de twee elkaar later die dag ontmoeten, verloopt de date in eerste instantie zoals besproken. Aan het einde van de avond vraagt de verdachte om de pincode van het slachtoffer en de code van zijn bankierenapp, die hij vrijwillig afstaat. Zonder dat het slachtoffer dit weet deelt de vrouw zijn gegevens met de mannelijke verdachte.

Paniek slaat toe

Op zaterdagmiddag slaat de sfeer om. Met instemming van het slachtoffer bindt de vrouwelijke verdachte hem vast. Vanaf dat moment gaat het mis. Tegen de afspraak in wordt het slachtoffer volledig ingetapet en met touwen vastgebonden. Ook worden zijn mond en ogen, tegen zijn wil in, afgedekt. Hij verklaart meerdere keren te hebben gevraagd om hem los te maken. Daarnaast verklaart hij op verschillende punten te hebben gedeeld dat het hem te ver ging en dat hij in paniek raakte. Maar daar heeft de verdachte geen boodschap aan.

Geweld

Op een gegeven moment krijgt het slachtoffer door dat er niet één maar twee personen bij het geweld betrokken zijn. Zo hoort hij af en toe een zware stem en denkt hij door de dagen heen meerdere keren te horen dat een tweede persoon de kamer binnenkomt. Dat vermoeden wordt later in het onderzoek bevestigd, als blijkt dat de telefoon van de mannelijke verdachte meerdere keren op het plaats delict heeft aangestraald. Het geweld gaat van kwaad tot erger. Zo wordt het slachtoffer talloze keren geschopt en geslagen, worden zijn voeten in brand gestoken, krijgt hij sigarettenpeuken op zijn lichaam uitgedrukt en wordt hij uiteindelijk met bleek overgoten. Later verklaart een arts dat het slachtoffer veel en fors letsel heeft opgelopen, waaronder gekneusde ribben, brandwonden op zijn voeten en hoofd en een kneuzing van het hart.

Chantage

Dat het extreme geweld een doel heeft, wordt later in het onderzoek helder. Uit chatgesprekken tussen de twee verdachten wordt snel duidelijk dat beide verdachten uit zijn op het geld van het slachtoffer. Na het delen van de pincode op vrijdag wordt ook de pinpas van het slachtoffer op enig moment aan de mannelijke verdachte gegeven. Terwijl hij gaat pinnen roept hij de medeverdachte via een chat op om het slachtoffer vooral niet los te laten. Ook deelt hij met een ander persoon dat hij filmpjes van het slachtoffer heeft en hem chanteert. Die laatste boodschap krijgt ook het slachtoffer zelf te horen. Hem wordt verteld dat de filmpjes gedeeld zullen worden met zijn familie als hij niet meewerkt. De filmpjes worden later op de telefoon van beide verdachten teruggevonden. Op camerabeelden van de geldautomaat is later te zien dat de mannelijke verdachte op 27 juli bij verschillende pinautomaten €5000,- van de rekening van het slachtoffer opneemt.

Ontsnapping

De helse date houdt pas op als het slachtoffer op 28 juli weet te ontsnappen. Uit paniek springt hij daarbij van het dak van de woning waar hij al dagenlang wordt vastgehouden. De vrouwelijke verdachte wordt kort daarna in de woning aangehouden. De mannelijke verdachte is op dat moment kabelbinders, een bril en tape aan het halen om het geweld voort te zetten. Zijn aanhouding volgt later die dag. “Als het aan de verdachten had gelegen was het nog niet klaar”, zegt de officier hierover in de rechtbank. “Er moest meer geld komen. De verdachte appte zelfs dat hij zou zorgen dat er maandag contact met de bank zou worden opgenomen.”

“Alles uit de kast”

Over de straf die de verdachten volgens het OM horen te krijgen, is de officier duidelijk. “De verdachten zijn heel ver gegaan om geld te krijgen. Alles is uit de kast getrokken om de rekening van het slachtoffer leeg te halen”. Bij het bepalen van de strafeis houdt de officier rekening met meerdere punten. De mannelijke verdachte neemt weinig verantwoordelijkheid. Zo zegt hij het slachtoffer alleen te hebben vastgebonden en ontkent hij te hebben bijgedragen aan het geweld. Ook heeft hij een strafblad. Op advies van deskundigen past het OM op deze verdachte het volwassenenstrafrecht toe. Tegen de 19-jarige man uit Rotterdam eist het OM een gevangenisstraf van 6 jaar. Ook krijgt de man, als het aan het OM ligt, een contactverbod met het slachtoffer en met de medeverdachte en moet hij een schadevergoeding betalen.

De 19-jarige vrouw uit Roosendaal heeft zich volgens het OM schuldig gemaakt aan dezelfde feiten. In tegenstelling tot de mannelijke verdachte heeft zij geen strafblad. Tijdens onderzoek is daarnaast gebleken dat er sprake was van een afhankelijkheidsrelatie tussen haar en de medeverdachte. Ook heeft deze verdachte volledig meegewerkt aan het onderzoek en is zij aan de hand daarvan verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. De psycholoog en reclassering adviseren om verschillende redenen om op deze verdachte het jeugdstrafrecht toe te passen. Het OM sluit zich hierbij aan. Tegen de 19-jarige vrouw uit Roosendaal eist het OM daarom een jeugddetentie van 16 maanden. Ook krijgt deze verdachte, wat het OM betreft, een voorwaardelijke PIJ-maatregel en moet ook zij een schadevergoeding betalen.

De rechtbank doet op 17 juni uitspraak.