ROTTERDAM - De kortgedingrechter heeft ondernemers op de Nieuwe Binnenweg in Rotterdam die een rechtszaak waren gestart om werkzaamheden in de winkelstraat tegen te houden niet-ontvankelijk verklaard.

De ondernemers stelden dat de gemeente en RET hen niet goed over de werkzaamheden hadden geïnformeerd en dat ze verwachten omzet mis te lopen. De rechter is van oordeel dat het kort geding op procedurele punten strandt.

Collectieve actie

Een deel van de ondernemers is het kort geding als collectieve actie – een zaak waarin, in dit geval, belangenorganisaties van ondernemers opkomen voor die ondernemers – gestart. Bij een collectieve actie moet er aan andere formele eisen worden voldaan dan bij een regulier kort geding. Uit de ingediende stukken en op zitting is niet gebleken dat aan die eisen is voldaan. Deze ondernemers zijn daarom niet-ontvankelijk in hun vordering. De rechter komt dan niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering.

3 individuele ondernemers

Naast de ondernemersverenigingen zijn 3 andere ondernemers naar de rechter gestapt. Ook zij zijn niet-ontvankelijk in hun vordering. Dat is het geval omdat hun specifieke belangen niet duidelijk geworden zijn. Daarbij is rekening gehouden met het gegeven dat zij in het eerste gedeelte van de Nieuwe Binnenweg gevestigd zijn; in een gedeelte dat open blijft voor auto's en fietsers en dat ook, via het Eendrachtsplein, bereikbaar blijft met het openbaar vervoer.

Gevolgen beslissing en toezegging gemeente

Concreet betekent de beslissing dat de geplande werkzaamheden op de Nieuwe Binnenweg door kunnen gaan. De gemeente heeft nog wel toegezegd tijdens de werkzaamheden de vinger aan de pols te zullen houden om te bezien of en in hoeverre de werkzaamheden leiden tot omzetverlies. In dat geval bestaat mogelijk recht op (een voorschot op) een uitkering op grond van de Verordening Nadeelscompensatie.