Hoewel zijn naam nog niet op iedere boekenlijst prijkt, is Jan Jansen zonder meer een van de meest intrigerende stemmen in de hedendaagse Nederlandse literatuur. Met zijn trilogie Arco, Esther en Alex bewijst hij dat actuele thematiek, stilistische verfijning en menselijke diepgang moeiteloos hand in hand kunnen gaan. Zijn romans gaan over verlies, verlangen, eenzaamheid en de hardnekkigheid van het verleden, maar raken ook aan grotere maatschappelijke vragen zoals migratie, ontheemding en de cyclus van geweld die de mens maar moeilijk lijkt te doorbreken.
Jansen, opgegroeid in de jaren zestig en woonachtig in Enschede, heeft een bewogen levenspad bewandeld. Na pieken en dalen vond hij zijn ware roeping in het schrijven. Zijn zinnen zijn zorgvuldig gecomponeerd, zijn dialogen trefzeker en zijn observaties pijnlijk herkenbaar.
Toch blijft zijn werk toegankelijk: hij weet de lezer steeds mee te nemen in de wereld van zijn personages, die worstelen met vragen die van alle tijden zijn.
In dit interview spreken we met Jan Jansen over zijn trilogie, zijn visie op de mens en de maatschappij, en de rol die literatuur volgens hem kan en moet spelen in deze turbulente tijd.
Jan, je hebt inmiddels drie literaire romans op jouw naam staan. Wat was voor jou het moment waarop je wist: ik moet gaan schrijven?
“De drang om te gaan schrijven is mijn leven lang aanwezig geweest, maar het kwam er gewoon nooit van om de ons aller bekende redenen. Nadat er echter veel was gebeurd in mijn leven en daarna de rust weer enigszins was teruggekeerd dacht ik: Dit is het moment, nu ga ik beginnen!”
Jouw schrijfstijl wordt geprezen om zijn rijkdom en muzikaliteit, terwijl jouw werk tegelijkertijd toegankelijk blijft. Hoe vind je die balans?
“De basis van mijn stijl van schrijven wordt voornamelijk bepaald door twee dingen. Ten eerste mijn liefde voor literatuur en met name voor de Russische klassieken en ten tweede (in alle bescheidenheid) mijn gevoel voor taal. Ook enige fantasie is mij daarnaast niet vreemd. Toegankelijk wil voor mij zeggen dat de lezer geboeid blijft in het geschrevene. Dat is immers de eerste vereiste van een goed verhaal.”
Je componeert je zinnen zorgvuldig. Beschouw je schrijven als een vorm van muziek maken?
Als je de juiste woorden in de juiste volgorde zet is het net als het plaatsen van de noten bij het componeren. Dan komt er uiteindelijk iets moois uit. Niet voor niets vormt in veel gevallen een verhaal uit de wereldliteratuur de basis van een opera. Literatuur, muziek en ook de schilderkunst zijn wat mij betreft heel nauw met elkaar verbonden. Het zijn alle drie de ultieme mogelijkheden om je gevoelens tot uitdrukking te brengen.
In hoeverre heeft jouw persoonlijke leven invloed op jouw romans?
“In elk van mijn boeken tref je autobiografische elementen aan. Een schrijver put immers uit zijn geheugen, waarin een algoritme rondwaart dat zoekt naar bruikbare elementen voor het verhaal. Daarbij stuit je natuurlijk ook op persoonlijke ervaringen. Als dat niet zo zou zijn zou je wel een verdomd saai leven hebben geleid. Ik denk zelfs dat dit geldt voor ieder literair werk. Als dat niet het geval is, is het geschrevene wat mij betreft geen literatuur, maar een literair verslag. Daar kan ik je talloze voorbeelden van geven.”
Jouw drie romans vormen samen een trilogie. Was dat vanaf het begin de bedoeling, of groeide dat tijdens het schrijven?
“Het idee van een trilogie is al schrijvende ontstaan. Na Arco mocht ik constateren zoveel plezier te hebben beleefd aan het schrijven ervan dat ik besloot er nog een boek aan toe te voegen. En daarna nog een!”
In Esther speelt eenzaamheid een grote rol, evenals de ontmoeting tussen verschillende werelden en culturen. Wat dreef je om juist deze thema’s te verkennen?
“Lastige vraag om in een paar woorden te beantwoorden. Eenzaamheid is voor de meeste mensen de grootste angst die ze kennen. De ene mens die niet kan zonder de andere, maar tegelijkertijd worden de meeste problemen die we in ons leven ervaren juist hierdoor veroorzaakt. Er bevinden zich maar weinig aangeboren heremieten onder ons. Dat geldt voor alle mensen overal op aarde en in alle culturen.”
Alex is een personage dat met verlies, herinnering én morele twijfel leeft. Hoe ontstond zijn karakter?
“Het karakter van Alex ontstond over een periode van vijfenzeventig jaar. Als je een beetje slim bent, blijf je jezelf (tenzij het geloof je in de weg zit) voortdurend als mens ontwikkelen. Kwestie van voortschrijdend inzicht als gevolg van nieuw verworven kennis.”
In het slotdeel gaat Alex op zoek naar een vrouw uit zijn verleden, tegen de achtergrond van een wereld vol geweld. Is dit een kritiek op de huidige samenleving, of een tijdloos mensbeeld?
“Kritiek is zinvol als de bekritiseerde het in zich heeft als gevolg ervan te veranderen of te verbeteren. Voor wat betreft het handelen van de mensheid als geheel kun je gerust stellen dat kritiek erop helaas zinloos is. Je staat erbij en je kijkt ernaar!”
Je laat Alex reflecteren op de (on)veranderlijkheid van de mens. Is dat een gedachte die je zelf bezighoudt?
Natuurlijk houdt me dat bezig, dat gevoel van machteloosheid terwijl er in de wereld de meest afschuwelijke dingen gebeuren. Telkens weer de vraag; Waarom toch, waarom iedere keer weer dat vreselijke geweld als je weet dat het niets oplost. En sinds we inmiddels grootouders zijn helemaal. Het enige wat je hier tegenover kunt stellen is zorgen dat je zelf als mens in ethische opzicht in je eigen omgeving fier overeind blijft ook al overkomen je in het leven soms dingen die dat niet altijd even gemakkelijk maken.
Jouw werk raakt aan actuele thema’s zoals migratie, verlies, identiteit en de onmacht van de mens om te veranderen. Hoe belangrijk is maatschappelijke betrokkenheid voor jou als auteur?
“Erg belangrijk! Ofschoon ik van nature nogal graag op mezelf ben, wil ik er voor een andere zijn als dat kan. Ik heb een jaar lang Nederlandse les gegeven in een azc, dat gaf me veel voldoening.”
Zie je literatuur als een middel om mensen wakker te schudden, of eerder als een spiegel?
“Literatuur is vermaak dat aanzet tot nadenken! Dat is waarvan ik ook hoop dat het de reactie is bij de mensen die mijn boeken lezen.”
Je groeide op in de jaren zestig, een tijd van maatschappelijke verandering. Zie je daar parallellen met nu?
“In zekere zin misschien wel, maar het grote verschil met destijds zit hem natuurlijk in de digitale component. De hoeveelheid kennis en nieuws die ons destijds over langere periode ter ore kwam was nog geen fractie van wat er nu in een split second wordt rondgepompt. Ook de ontwikkeling van AI gaat ongetwijfeld van grote invloed zijn. Dus mijn gevoel zegt me dat er nog veel gaat veranderen. Maar ik denk niet dat het van invloed zal zijn op het wezenlijke van de mens. "Een sprekende gewelddadige primaat die zijn genitaliën achterna rent. Instinct boven verstand!" aldus Alex.”
Je bent pas op latere leeftijd gaan schrijven. Wat zou je jonge schrijvers willen meegeven die twijfelen om te beginnen?
“Iedereen die de drang voelt om te gaan schrijven raad ik aan het te gaan doen. Alleen al vanwege het plezier dat je er zelf aan beleeft.Je ziet vanzelf wel waar het schip strandt!”
Werk je momenteel aan een nieuw project, of komt er wellicht een vierde roman die voortbouwt op het leven van Alex?
“Ik ben onlangs geïnterviewd door tv 1Twente. Daarin heb ik beloofd een sprookje te schrijven voor onze kleindochter, dat ga ik nu eerst doen. De titel is er al "Bella en de toverviool!"
Tot slot
Met Alex rondt Jan Jansen niet alleen een indrukwekkende trilogie af, maar levert hij ook een diep menselijke reflectie op tijd, verlies, liefde en de zoektocht naar betekenis. Zijn personages zijn feilbaar, herkenbaar en levensecht, net als de vragen die hij stelt en nooit volledig beantwoordt.
Na Arco en Esther is Alex de bezonken ademhaling van een trilogie die onder de huid kruipt. Jan Jansen bewijst zich opnieuw als een schrijver die zijn lezers serieus neemt – en hen uitdaagt om zichzelf net zo eerlijk onder de loep te nemen als zijn hoofdpersonages dat doen.
Een trilogie die blijft nazinderen, lang nadat de laatste bladzijde is omgeslagen.