ROTTERDAM - De 15e editie van De Nieuwe Rotterdammert is uit. Dat is een Rotterdamse krant van Stichting Mano, gemaakt door nieuwe Nederlanders. Journalisten van de krant interviewen mensen in de stad. Zo leren ze in één keer de Nederlandse taal en Rotterdam kennen.
De 15e editie van De Nieuwe Rotterdammert gaat over werk. Niet gek dus, dat de journalisten van de krant voor interviews langsgaan bij de Werkclub in het Schieblock.
‘We zijn een Rotterdamse organisatie maar helpen statushouders uit het hele land’, legt Martin Janse uit. Hij is trainer bij de Werkclub. ‘Wij zijn geen uitzendbureau dat nieuwe Nederlanders aan een baan helpt. Ik geef cursisten altijd mee: je moet het zelf doen.’
Zelf doen, daar is De Nieuwe Rotterdammert wel van. De 15e editie is gemaakt door 8 mensen. Veel zijn naar Nederland gevlucht, bijvoorbeeld uit Iran of Syrië. Vandaag interviewen ze Martin en zijn collega Roua over het thema werk.
Actieve taalles
Bart van Zessen is eindredacteur van de krant. Vanuit Stichting Mano begeleidt hij nieuwe Nederlanders bij het maken van De Nieuwe Rotterdammert.
‘De krant wordt gemaakt door nieuwkomers met een verblijfstatus’, vertelt Bart. ‘Zij staan voor de vraag: wat ga ik doen nu ik in Nederland blijf? Mano biedt cursussen aan over taal en werk. De krant maken is behalve journalistiek werk ook een actieve taalles.’
‘Mensen interviewen in een nieuwe taal? Daar komt een stukje durven bij kijken. Het is heel anders dan taal uit een boek leren. Door interviews bouwen deze nieuwkomers ook een netwerk op in Rotterdam.’
Selfies en spanning
Martin en Roua worden door vijf journalisten geïnterviewd. Daarna is het tijd voor een selfie.
Mali en Kinda zijn 2 van de journalisten die werkten aan de 15e editie van De Nieuwe Rotterdammert. Werken aan de krant vinden ze spannend, maar leuk.
Mali ademt diep uit als haar interview klaar is. ‘Mijn hart ging boem-boem, ik was zenuwachtig.’ Voordat Mali uit Iran vluchtte was ze schaatscoach en sociaal-werker. ‘Ook dan stel ik vragen om iemands probleem te begrijpen.’
Meneer Mounir?!
Kinda is Syrisch. Ze studeerde economie in Damascus en gaf daar les in ICT. Het raarste van de Nederlandse taal? ‘Mounir is een Arabische naam. Het klinkt als “meneer”. Ik dacht eerst dat elke man in Nederland Mounir heette!’
Kinda lacht. ‘Door te interviewen leer ik de taal beter.’
Meer informatie
Wilt u de nieuwste editie van De Nieuwe Rotterdammert lezen? Klik dan op de link. De krant is online te lezen op de website van Stichting Mano.