ROTTERDAM - De nieuwe oeververbinding tussen Kralingen en Feijenoord wordt een brug, als het aan het college van burgemeester en wethouders ligt. Deze moet de verdere ontwikkeling van Rotterdam-Zuid stimuleren.

Meer dan 25 jaar na de opening van de Erasmusbrug wil de gemeente Rotterdam een nieuwe brug om als één stad op twee oevers verder te kunnen ontwikkelen. De nieuwe oeververbinding moet een stevige bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling van Rotterdam-Zuid en aan de bouw van extra woningen in het gebied tussen Alexander en Zuidplein. Na jarenlange studie is de verkenning naar een nieuwe oeververbinding bijna afgerond en spreekt het college van burgemeester en wethouders een voorkeur uit voor een brug tussen Feijenoord en Kralingen als nieuwe oeververbinding.

Ontwikkeling Rotterdam-Zuid

Zoals de Erasmusbrug de ontwikkeling van de Kop van Zuid en Katendrecht mogelijk maakte, zo moet een nieuwe oeververbinding zorgen voor ontwikkeling van de rest van Rotterdam-Zuid en voor grootschalige woningbouw. Een hoogwaardige tram-, fiets- en voetgangerverbinding, met een beperkte plek voor de auto ('auto te gast').

Waarom nu?

Wethouder Vincent Karremans van Handhaving, Buitenruimte en Mobiliteit: 'Natuurlijk hebben we onszelf de vraag gesteld of dit nu wel het juiste moment is om te investeren in een nieuwe brug. Kijkend naar de naweeën van corona, een energiecrisis, woningnood, personeelstekorten en groeiende kansenongelijkheid. Maar juist deze investering in een nieuwe brug is een investering in de langdurige aanpak van veel van deze problemen.' Karremans noemt hiervoor een aantal argumenten:

  • Het is geen investering in beton en staal maar een investering in Rotterdammers.
  • De brug verbindt de wijken Kralingen/De Esch, Feijenoord en IJsselmonde.
  • De brug zorgt voor een betere en snellere bereikbaarheid en vermindert daarmee de vervoersarmoede op Rotterdam-Zuid.
  • De brug zorgt ervoor dat de universiteit en het hbo – die voor veel jongeren op Zuid toch al ver weg lijken - straks binnen tien minuten te bereiken zijn.
  • De brug zorgt ervoor dat elk van de zeven NPRZ-wijken meer dan 15.000 extra banen krijgen binnen 45 minuten reistijd
  • De brug geeft de mogelijkheid veel meer woningen te bouwen voor Rotterdammers.

'Kortom', betoogt Karremans, 'deze brug is een levenslijn voor Rotterdam-Zuid, een must voor de ontwikkeling en versterking van de stad en daarmee een logische vervolgstap na de Erasmusbrug.'

Uitgebreide studie

De wens voor een nieuwe oeververbinding is al eerder uitgesproken. Hierop is een uitgebreide MIRT-verkenning (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) gestart. De verkenning is niet alleen gericht op een eventuele nieuwe oeververbinding maar ook op een permanent treinstation Stadionpark, een hoogwaardige Openbaar Vervoerverbinding tussen Zuidplein en Kralingse Zoom en een hoogwaardige Openbaar Vervoerverbinding tussen Zuidplein en Rotterdam Centraal via de Maastunnel.

MIRT-verkenning regio Rotterdam | Oeververbindingen.nl

Betere bereikbaarheid

Door de aanleg van de oeververbinding met een OV-lijn tussen Kralingse Zoom en Zuidplein wordt het mogelijk in de Oostflank van de regio Rotterdam tot 35.000 woningen te bouwen. Daarnaast zorgt de brug voor het oplossen van het OV-knelpunt in de Rotterdamse binnenstad. Dat komt door de OV-verbinding in combinatie met andere maatregelen zoals een permanent treinstation bij Stadionpark en meer openbaar vervoer door de Maastunnel. Hierdoor kunnen o.a.in de binnenstad, Rijnhaven en Merwe Vierhaven ook nog eens 35.000 extra woningen worden gebouwd. In totaal maakt de oeververbinding de bouw van maximaal 70.000 woningen mogelijk.

Op weg naar definitief voorstel

Het college van burgemeester en wethouders heeft nu kenbaar gemaakt dat een nieuwe brug de voorkeur heeft. Gemeente, Rijk en regio gaan de komende periode op basis van de resultaten van de verkenning en adviezen in gesprek over de verdere invulling. Naar verwachting zal er half november een keuze worden gemaakt of het voorstel voor de brug en de andere maatregelen, de volgende fase van het MIRT traject in kan. In de daarop volgende planuitwerking gaat de gemeente, met de andere initiatiefnemers, opnieuw met omwonenden, ondernemers, het Havenbedrijf en andere betrokkenen om de tafel om de mogelijkheden voor een nieuwe brug voor Rotterdam te concretiseren.