ROTTERDAM - Rotterdam en de tram zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Al bijna 150 jaar rijden er trams door onze stad. Dit jaar is het tramnetwerk in Rotterdam behoorlijk op de schop gegaan, met andere routes en nieuwe nummers. Verandering en vooruitgang hoort erbij, blijkt uit een korte geschiedenis van de tram in Rotterdam.
In 1878 werd de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) opgericht. Dit bedrijf verzorgde met paardentrams het eerste openbaar vervoer in Rotterdam. De eerste paardentram reed van Crooswijk via de Jonker Fransstraat naar de Binnenrotte. Vanaf 1882 kwam daar de stoomtram bij.
Eerste elektrische tram
In 1905 reed de eerste elektrische tram door Rotterdam. De feestelijk geopende lijn 1 reed van de Honingerdijk in Kralingen, via Beurs richting het Park. Voor 7,5 cent konden mensen een ritje maken. Een retourtje kostte 10 cent. In 1906 waren alle stoomtrams vervangen door de elektrische variant. Ondanks deze technologische vooruitgang bleef de paardentram nog rijden.
Pas in 1925 werd de laatste paardentram, die naar Overschie reed, vervangen. De elektrische trams waren van een nieuw bedrijf dat bijna alle tramlijnen van de RTM overnam: de Rotterdamsche Electrische Tramweg Maatschappij (RETM). De RTM bleef nog rijden met stoomtrams tussen Rotterdam-Zuid en de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden.
Onderdeel van de gemeente
Inmiddels was het tramnetwerk flink uitgebreid door heel de stad. Zo flink, dat de gemeente Rotterdam de RETM in 1927 volledig overnam en omdoopte tot de Rotterdamsche Electrische Tram, oftewel de RET. Alle werknemers kwamen in dienst van de gemeente. De huiskleur werd okergeel en het logo rood met zwart. De RET pakte door en verving alle trams tussen 1929 en 1931. De Rotterdamse trams behoorden nu tot de modernste ter wereld en bleven nog tot en met de jaren 60 rijden.
Met de wederopbouw groeide niet alleen de stad en de haven, maar ook het tramnetwerk in Rotterdam. In de jaren 60 en 70 ging de RET met de tijd mee en kreeg het nieuwe, grotere trams. Vanaf 1981 werden deze op hun beurt weer vervangen door opvallende, hoekige trams. Het okergeel van de RET werd toen knalgeel. Deze trams werden in de jaren 90 overgeschilderd in groen-wit, de nieuwe huiskleur van de RET.
TramPlus
Vanaf 2003 werden de bonkige jaren 80-trams vervangen door de zilvergrijze Citadis-trams. Die zijn stiller, hebben een lagere instap en kunnen een stuk sneller. De belangrijkste lijnen werden omgebouwd naar zogeheten TramPluslijnen, waar de deze moderne trams gingen rijden. Ook kwam de TramPlus in wijken waar tot dan geen tram reed. De eerste lijn volgens dit nieuwe concept was lijn 20 over de Erasmusbrug. Elke nieuwe TramPluslijn kreeg hierna een nummer vanaf 20. En de huiskleur van de RET werd langzaam maar zeker grijs. Sinds 2014 rijden er alleen nog maar van dit soort trams door heel de stad.
Nieuwe nummers
Begin 2025 heeft de RET de tramlijnen flink omgegooid. Zo zijn de voormalige TramPluslijnen omgenummerd tot ‘korte’ nummers met een
logische volgorde. Tram 21 en 23 hebben bijvoorbeeld nummer 1 en 3
gekregen. Ook zijn sommige lijnen ingekort en worden andere routes
gereden. Hierdoor rijden volgens de RET vaker trams en zorgt het ook voor minder vertragingen.
En de RTM?
De stoomtram was een begrip op Zuid en de omliggende streken. Het had de lugubere bijnaam ‘het moordenaartje’, vanwege de vele ongevallen. Na de watersnoodramp van 1953 werden de stoomtramlijnen naar de eilanden een voor een vervangen door busdiensten. In 1966 reed de laatste stoomtram van de RTM, naar Hellevoetsluis. Op de Rosestraat, vlakbij De Hef, ziet u nog een voormalig station en hoofdkantoor van de RTM.
Feiten en cijfers
- Sinds 1 januari 2007 is de RET een zelfstandig bedrijf
- Er ligt 187 km tramspoor door heel de stad
- De Rotterdamse trams vervoeren per dag zo’n 150.000 reizigers
- In Rotterdam rijden dagelijks 79 trams rond
- Per jaar rijden al deze trams bij elkaar zo’n 6 miljoen kilometer